
Wat zegt de bijbel erover?
Bekering
Oproep om te bekeren
2 Kronieken 7:14
En Mijn volk, over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen.
En Mijn volk, over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen.
2 Kronieken 30b
Want de HEERE, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot hem bekeert.
Want de HEERE, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot hem bekeert.
Jesaja 44:22
Ik delg uw overtredingen u als een nevel, en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want ik heb u verlost.
Jesaja 45:22
Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle hij einden der aarde! Want ik ben God, en niemand meer.
Jesaja 55:6,7
Zoekt den HEERE, terwijl hij te vinden is; roept hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldelijk.
Jeremia 36:3
Mischien zullen die van het huis van Juda horen al het kwaad, dat ik hun gedenk te doen: opdat zij zich bekeren een ieglijk van zijn bozen weg, en ik hun ongerechtigheid en hun zonde vergeve.
Ezechiël 18:21,22
Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden, die hij gedaan heeft, en al Mijn inzettingen onderhoudt, en doet recht en gerechtigheid, hij zal gewisselijk leven, hij zal niet sterven. Al zijn overtredingen, die hij gedaan heeft, zullen hem niet gedacht worden; in zijn gerechtigheid, die hij gedaan heeft, zal hij leven.
Ezechiël 18:23
Zou ik enigszins lust hebben aan den dood des goddelozen, spreekt de Heere HEERE, is het niet, als hij zich bekeert van zijn wegen dat hij leve?
Ezechiël 18:30b
Keert weder, en bekeert u van al uw overtredingen, zo zal de ongerechtigheid u niet tot een aanstoot worden.
Ezechiël 18:32
Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE, daarom bekeert u en leeft.
Ezechiël 33:11
Zeg dan tot hen: Zo waarachtig als de leef, spreekt de Heere HEERE, zo ik lust heb in den dood des goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels?
Hosea 14:2
Bekeert u, o Israel! Tot den Heere, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid. Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; zeg tot hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen de varren onzer lippen.
Joël 2:13
En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedentierenheid, en berouw hebbende over het kwade.
Zacharia 1:3
Daarom zeg tot hen: Alzo zegt de HEERE der heirscharen; Keert weder tot Mij, spreekt de Heere der heirscharen, zo zal ik weder tot ulieden keren, zegt de HEERE der heirscharen.
Matheüs 3:2
En (Johannes) zeggende:Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Matheüs 4:17
Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Markus 1:15
En (Jezus) zeggende: De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie.
Lukas 15:7
Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.
Lukas 15:10
Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over één zondaar die zich bekeert.
Handelingen 2:38
En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving van zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
Handelingen 3:19
Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren.
Handelingen 17:30
God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, vekondigt nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren.