
Wat zegt de bijbel erover?
Hoe mag ik bidden?
En dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben.
1 Koningen 8:28
Wend U dan nog tot het gebed van Uw knecht en tot zijn smeking, o HEERE mijn God; om te horen naar het geroep en naar het gebed dat Uw knecht heden voor Uw aangezicht bidt.
Psalmen 17:1
EEN gebed van David.
HEERE, hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedrieglijke lippen gesproken.
Psalmen 31:16
Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers.
Jesaja 12:4
En zult te dienzelven dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken; vermeldt dat Zijn Naam verhoogd is.
Mattheüs 5:44
Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen;
Mattheüs 6:7-9
En als gij bidt, zo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden, gelijk de heidenen; want zij menen, dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden. Wordt dan hun niet gelijk; want uw Vader weet wat gij van node hebt, eer gij Hem bid Gij dan, bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd.
Mattheüs 26:39
En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen
drinkbeker van Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
Mattheüs 26:41
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Marcus 13:33
Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet wanneer de tijd is.
Marcus 14:38
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Lukas 6:27-28
Maar Ik zeg ulieden, die dit hoort: Hebt uw vijanden lief; doet wel dengenen, die u haten. Zegent degenen, die u vervloeken, en bidt voor degenen, die u geweld doen.
Lukas 11:2
En Hij zeide tot hen: Wanneer gij bidt, zo zegt: Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.
Lukas 21:36
Waakt dan te allen tijde, biddende dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des mensen.
Lukas 22:40
En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt dat gij niet in verzoeking komt.
Lukas 22:46
En Hij zeide tot hen: Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt.
Johannes 16:24
Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.
Handelingen 1:14
Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen.
Handelingen 6:4
Maar wij zullen volharden in het gebed en in de bediening des Woords.
Handelingen 8:22
Bekeer u dan van deze uw boosheid, en bid God, of misschien u deze overlegging uws harten vergeven wierd;
Romeinen 12:12
Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed.
Romeinen 14:6
Die den dag waarneemt, die neemt hem waar den Heere; en die den dag niet waarneemt, die neemt hem niet waar den Heere. Die daar eet, die eet zulks den Heere, want hij dankt God; en die niet eet, die eet zulks den Heere niet, en hij dankt God.
1 Korinthe 11:4,5
Een iegelijk man die bidt of profeteert, hebbende iets op het hoofd, die onteert zijn eigen hoofd; Maar een iegelijke vrouw die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde alsof haar het haar afgesneden was.
Romeinen 8:26,27
En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes is, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt.
1 Korinthe 14:13-15
Daarom, die in een vreemde taal spreekt, die bidde dat hij het moge uitleggen. Want indien ik in een vreemde taal bid, mijn geest bidt wel, maar mijn verstand is vruchteloos. Wat is het dan? Ik zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met den geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen.
Éfeze 6:18
Met alle bidding en smeking biddende te allen tijde in den geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;
Fillipenzen 4:6-7
Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Kolossenzen 4:2
Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;
1 Tessalonicenzen 5:16-18
Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.
Filémon 1:4
Ik dank mijn God, uwer altijd gedachtig zijnde in mijn gebeden;
1 Timótheüs 2:8
Ik wil dan dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen zonder toorn en twisting.
Hebreeën 4:16
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd.
Jakobus 5:13,14
Is iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds? Dat hij psalmzinge. Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren;
Jakobus 5:15,16
En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden. Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.
1 Petrus 4:7
En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden.
1 Johannes 5:14,15
En dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben.
Judas 1:20
Maar geliefden, bouwt gij uzelven op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest;