Wat zegt de bijbel erover?


De doop van Johannes

Mattheüs 3:5-12
Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem en geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan; En werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden. Hij dan, ziende velen van de Farizeen en Sadduceen tot zijn doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig. En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. En ook is alrede de bijl aan den wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen. Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden.
 
Matthéüs 3:11
Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen;
 
Matthéüs 28:19
Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.
 
Markus 1:4,5
Johannes was dopende in de woestijn en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden. En al het Joodse land ging tot hem uit en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden.
 
Markus 1:8
Ik heb lieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen imet den Heiligen Geest.
 
Lukas 3:3
En hij kwam in al het omliggende land der Jordaan, predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden;
 
Lukas 3:16
Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij komt Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van Zijn schoenen te ontbinden: Deze zal u dopen met den Heiligen Geest en met vuur; 
 
Lukas 7:29,30
En al het volk hem horende, en de tollenaars die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden God.Maar de farizeeën en de wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven verworpen, van hem niet gedoopt zijnde.
 
Johannes 1:25,26
En zij vraagden hem en spraken tot hem: Waarom doopt gij dan, zo gij de Christus niet zijt, noch Elía, noch ade Profeet? Johannes antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij staat midden onder ulieden, Dien gij niet kent;
 
Johannes 1:31
En ik kende Hem niet; maar opdat Hij aan Israel zou geopenbaard worden, daarom ben ik gekomen dopende met het water.
 
Johannes 1:33
En ik kende Hem niet; maar Die mij gezonden heeft om te dopen met water, Die had mij gezegd: Op Welken gij den Geest zult zien nederdalen, en op Hem blijven, Deze is het Die met den Heiligen Geest doopt.
 
Johannes 3:22:30
Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land van Judéa, en onthield Zich aldaar met hen ven doopte. En Johannes doopte ook in Enon bij Salim, dewijl aldaar vele 41wateren waren; en zij kwamen daar en werden gedoopt. Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. Er rees dan een vraag van enigen uit de discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging. En zij kwamen tot Johannes en zeiden tot hem: Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken gij getuigenis gaaft, zie, Die doopt en zij komen allen tot Hem. Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven is. Gij zelven zijt mijn getuigen dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet; maar dat ik vóór Hem heen uitgezonden ben. Die de bruid heeft, is de Bruidegom, maar de vriend des Bruidegoms, die staat en Hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des Bruidegoms. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden. Hij moet wassen, maar ik minder worden.
 
Johannes 4:1,2
ALS dan de Heere verstond, dat de farizeeën gehoord hadden dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes (Hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar Zijn discipelen),
 
Handelingen 13:24,25
Als Johannes eerst al den volke Israëls voor Zijn aankomst gepredikt had den doop der bekering. Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wie meent gijlieden dat ik ben? Ik ben de Christus niet; maar zie, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen Zijner voeten te ontbinden.